Ontstaan

Onze geschiedenis begint met Lodewijk Vincent Donche

Pater Lodewijk Vincent Donche, een jezuïet, en douairière Regina della Faille de Leverghem, gravin Van de Werve de Vorselaar, raakten beiden sterk betrokken bij de noden van de armen en de behoefte aan onderwijs in de Kempen. In 1820 werd er een leerwerkschool opgericht onder leiding van vrouwelijke religieuzen, met de steun van pater Donche en de gravin. De school groeide gestaag en nieuwe scholen werden opgericht onder leiding van Donche. Na de onafhankelijkheid van België in 1830 werd de congregatie der Christelijke Scholen officieel erkend en Donche werd de eerste algemeen overste. De congregatie groeide en bereikte in 1959 een hoogtepunt met 148 kloosters en 1556 zusters, toegewijd aan het onderwijs.

Onze geschiedenis

DEEL 1/2

Enorme groei en nieuwe wetten

Het onderwijs stond steeds centraal in de congregatie. De eerste 50 jaar verliepen stil en onopvallend met slechts 9 scholen bevolkt door 89 zusters. Daarna verdubbelde het aantal scholen op 5 jaar tijd. Deze enorme groei is eigenaardig genoeg het gevolg van de zogenaamde Ongelukswet van 1879 waardoor de scholen onttrokken werden aan het kerkelijk gezag. Zonder enige geldelijke steun van de staat richtten geestelijken zelf scholen op met giften van katholieken. Ze zochten onderwijzeressen bij de religieuzen. De aanvragen voor vrije scholen stroomden binnen.

De wet van 1884 bepaalde dat van de helft van het onderwijzend personeel een diploma werd geëist. Een aantal zusters gingen naar normaalscholen van andere congregaties om er het vereiste diploma te behalen. De stichting van een eigen normaalschool kwam er in het jaar 1902 dankzij de voorbereidingen van Eerwaarde Moeder Angela. Deze normaalschool bood de mogelijkheid om de eenheid in de Vorselaarse scholen te bevorderen. Een degelijke begeleiding gebeurde via opvoedkundige vergaderingen, studiedagen, een eigen tijdschrift en vakkundige pedagogische uitgaven.

deel 2 →